De 5 R-en van zero waste

5 R-en zero waste

Bij minder afval creëren denk je misschien aan herbruikbare producten gebruiken in plaats van wegwerpproducten. Maar zero waste is meer dan dat. Veel meer zelfs. Aan de hand van de 5 R-en (plus een bonus!) leggen we uit wat zero waste is. En hoe je er met de 5 R-en in slaagt om minder afval te produceren.

Zero waste betekent letterlijk ‘geen afval’. Helemáál geen afval produceren in het leven is onmogelijk. Het is dan ook de stip op de horizon waar je als zero waster naar streeft. In de praktijk gaat het erom dat je probeert zo min mogelijk afval te produceren. Vandaar dat sommige mensen de voorkeur geven aan de term ‘less waste’ of ‘minimal waste’. Welke term je ook gebruikt, minder afval produceren is samen te vatten in vijf woorden. Allemaal beginnend met de letter R. Vandaar de 5 R-en voor zero waste. Ze zijn bedacht door zero waste queen Bea Johnson. De 5 R-en zijn:

  1. Refuse
  2. Reduce
  3. Reuse
  4. Recycle
  5. Rot

En de bonus R voor jullie: de R van Repair!

Refuse (weigeren)

Refuse what you do not need. Oftewel: zeg nee tegen afval dat je niet nodig hebt. Afval dat je actief binnenhaalt door het te kopen of aan te nemen van iemand die het aanbiedt. En afval dat je passief binnenhaalt, bijvoorbeeld in de vorm van reclame die ongevraagd in je brievenbus belandt. Afval om te weigeren valt vaak in een van deze categorieën:

  • Single use producten: drink je drankje op het terras zonder een rietje, neem je eigen tas mee als je gaat winkelen, vervang je wegwerpscheermesje door een herbruikbaar alternatief
  • Gratis producten: laat de miniverpakkingen shampoo uit een hotel links liggen, zeg nee tegen de kassabon, neem de goodiebag die je tijdens een evenement krijgt niet meer aan
  • Reclame/post: plak een nee-nee-sticker op je brievenbus, schrijf je uit voor papieren nieuwsbrieven en catalogi, vraag de verzekering om je polis per e-mail te sturen in plaats van per post

Misschien denk je: wat heeft het voor zin? Het product is al geproduceerd. Het maakt niet meer uit of ik het wel of niet aanneem of koop. Bedenk dan dat je vraag creëert als je iets aanschaft. Door een product te weigeren, verminder je de (toekomstige) vraag ernaar. Je geeft een signaal af aan de producent. En je biedt inspiratie aan anderen. Zij zien of horen dat je een product weigert en doen jou de volgende keer misschien na. Zo creëer je samen een collectieve vraag naar minder of naar een herbruikbaar alternatief. Op deze manier zijn supermarkten bijvoorbeeld herbruikbare groentenetjes aan gaan bieden.

Reduce (verminder)

Reduce what you do need. Met andere woorden: wees kritisch op wat je écht nodig hebt. Koop minder. Neem je drie broden mee omdat ze in de aanbieding zijn of heb je maar één brood nodig? Moet je de frituurpan vervangen als ie stuk is of kan je ook zonder? Heb je wel écht een nieuwe mok nodig als je er al twaalf in de kast hebt staan? Wil je dit nieuwe boek wel kopen als je nog een stapel ongelezen boeken hebt liggen?

Wat je niet koopt kan ook geen afval worden. Door stil te staan bij wat je wel en niet nodig hebt, maak je grote stappen in het verminderen van afval. Minderen in wat je nodig hebt sluit aan bij minimalisme. Als minimalist vraag je jezelf voortdurend af hoe nodig iets voor jou is.

Reuse (hergebruik)

Reuse what you consume. Besluit je toch tot een aankoop over te gaan, gebruik het product dan opnieuw. Hetzij op de manier waarvoor het bedoeld is, hetzij op een andere manier. Door een product een nieuwe bestemming te geven, voorkom je de productie, het transport en het gebruik van een nieuw product. Dat is goedkoper én duurzamer!

Een paar voorbeelden van hergebruik die wij thuis toepassen: koop een boek via Marktplaats, maak schoonmaakdoeken van een oude handdoek, gebruik een gebruikte envelop als kladpapier, gebruik de plastic verpakking van je wc-papier als afvalzak, gebruik een glazen pot als pennenhouder, breng een product terug dat je hebt gekregen en niet gebruikt.

Over dat laatste: toen er onderin ons appartementencomplex een supermarkt opende, kwam de supermarkt alle inwoners een emmer met schoonmaakmiddelen geven. Een leuk gebaar, ware het niet dat wij meer dan de helft van de schoonmaakmiddelen niet gebruiken. We brachten ze daarom terug naar de winkel zodat ze weer verkocht konden worden. We werden raar aangekeken door het personeel, maar ze konden het ook waarderen 🙂

Recycle

Recycle what you cannot refuse, reduce or reuse. Oftewel: bied je afval aan zodat het bewerkt kan worden en in een andere vorm opnieuw gebruikt kan worden. Heb je de vorige drie stappen goed toegepast, dan heb je nog weinig afval over om te recyclen. Glas, textiel, plastic en papier worden in Nederland apart ingezameld. Ook zijn er plekken waar je bijvoorbeeld doppen en kurken kunt inleveren om ze te laten recyclen.

Je ziet steeds meer producten gemaakt van gerecycled materiaal. Voor ons tiny house kijken we bijvoorbeeld naar gerecyclede spijkerbroeken (métisse) als isolatiemateriaal. Andere voorbeelden zijn gerecycled wc-papier, slippers van gerecycled rubber, gieters gemaakt van gerecyclede pet-flessen.

Gooi je je afval bij het restafval, dan belandt het in de verbrandingsoven. En dat leidt tot de uitstoot van schadelijke stoffen. Niet zo fijn voor het milieu en je eigen gezondheid. Ook al kost recyclen energie, het is daarom toch van belang je afval zoveel mogelijk gescheiden aan te bieden.

Rot (composteer)

Compost the rest. Heb je vorige vier stappen opgevolgd dan heb je alleen nog organisch materiaal over. Dat kan worden gecomposteerd. Composteren is het recyclen van organisch materiaal.

In veel gemeenten doe je dit door groente-, fruit- en tuinresten aan te bieden in de daarvoor bestemde gft-bak. Niet getreurd als je, zoals wij, geen gft-bak hebt. Er zijn genoeg alternatieven. Heb je een (gezamenlijke) tuin, leg dan bijvoorbeeld een composthoop aan. Heb je ook geen tuin, dan is een compostemmer een optie. Wij kochten een jaar geleden een wormenbak. Die staat in ons bijkeukentje. De wormen eten ons organisch afval op en zetten het om in vocht en compost. Geen betere voeding voor de planten op ons balkon dan deze.

In welke volgorde?

Een zero waste levensstijl is het meest effectief als je de 5 R-en volgt in de volgorde hierboven. Stap 1 (Refuse) en 2 (Reduce) zijn gericht op het voorkomen van afval. We kennen allemaal het spreekwoord ‘voorkomen is beter dan genezen’ en dat geldt ook voor afval. Verminder het afval dat je huis in komt en je zet de grootste stappen op weg naar een afvalvrij leven. Stap 3 (Reuse) gaat over bewust consumeren. En stap 4 (Recycle) en 5 (Rot) gaan over de verwerking van de producten die je (bewust) hebt geconsumeerd.

5 R-en zero waste
De juiste volgorde: van boven naar beneden

6e R: Repair

Onze bonus voor jullie is de R van Repair. Deze wordt soms onder Reuse (stap 3) geschaard maar is wat ons betreft een aparte stap. Repareer je t-shirt met een gaatje, plak je lekke fietsband, lijm een bord met een hoekje eraf, repareer een niet-werkend elektrisch apparaat. Voor dat laatste kan je ook terecht bij een van de honderden Repair Cafés in Nederland. Zo gun je je spullen een langer leven!

Welke van de 5 R-en zet jij in om zero waste te leven?

7 comments On De 5 R-en van zero waste

Leave a reply:

Your email address will not be published.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Site Footer

Sliding Sidebar

Welkom bij Het Bewuste Stel

Iris & Bouke

Wat leuk dat je er bent! Wij zijn Iris en Bouke. We delen op deze website onze zoektocht naar een meer bewust leven. We schrijven over minimaliseren, zero waste, het tiny house dat we bouwen en andere bewuste keuzes die we maken. We hopen ook jou te inspireren om een leven te leiden dat bij jou past.

Meer over ons lees je hier.

Veel leesplezier!

Volg ons via e-mail