Dit doen wij met de schillen en bladeren van onze groente: 3 succesnummers

Tijdens onze wereldreis verbleven we twee weken bij een boeddhistische monnik in Japan. De groente die we aten kwam uit de moestuin van de monnik. Hij adviseerde ons om óók de wortels, schillen en bladeren van de groenten te eten. Niet iets wat we in Nederland gewend zijn te doen. Terug in Nederland besloten we er verder mee te experimenteren. We delen drie van onze succesnummers.

Vroeger gooiden we zonder erbij na te denken een deel van onze groenten weg. De schillen van bieten aten we nooit op. De bladeren van een bloemkool ook. Waarom eigenlijk? Want bladeren, schillen en wortels zijn prima te eten. Ze zitten zelfs vol goede voedingsstoffen. Helemaal als je biologisch koopt. Door schillen en bladeren weg te gooien, creëren we afval. Dat belandt bij ons weliswaar in onze compostemmer, maar toch. Het is afval dat makkelijk te vermijden is. Daarom onze tip: vraag jezelf bij groente en fruit eens af welke delen je kan gebruiken in je eten. Die vraag leverde ons al een aantal lekkere gerechten op.

Succesnummer 1: snack van bloemkoolbladeren

Haal de bladeren van de bloemkool. Verwijder eventueel de dikke nerven in de grote bladeren. Leg de bladeren in een ovenschaal met wat olie of sojasaus en kruiden naar keuze. Bak ze op 180 graden in de oven totdat ze knapperig zijn. Dat duurt zo’n vijf tot tien minuten. Lekker als bijgerecht of voor een tapasavondje.

Variatietip voor bladeren: Snijd de bladeren van een koolrabi of van een verse rode biet klein en meng ze door een salade. Hoef je geen losse sla meer te kopen.

Succesnummer 2: chips van groenteschillen

De schillen van wortels, courgette, pastinaak, zoete aardappel en bieten kan je prima eten. Ben je dat niet gewend en vind je dat nog een beetje raar? Gooi de schillen dan niet weg, maar maak er ‘chips’ van. Dat gaat op dezelfde manier als bij de bloemkoolbladeren. Schillen in een ovenschaal, olie eroverheen, kruiden erbij. Eventjes in de oven of onder de grill. Tada! Je hebt je eigen knapperige en smaakvolle groentechips. Weinig werk en een heerlijk en gezond bijgerecht.

Succesnummer 3: pesto van wortelloof

Kopen we wortels op de markt, dan zit het groene loof er nog aan. Dat belandde tot nu toe in de compostemmer. Tegenwoordig maken we pesto van de loof. Snijd het loof klein. Doe het samen met wat olijfolie, cashewnoten, citroensap en kruiden in de blender. Even laten draaien en je hebt een heerlijke pesto. Niet zo ‘glad’ als reguliere pesto, wel net zo lekker. We gebruiken de pesto als dressing over een salade, als saus bij de pasta of als beleg op brood. Multi-inzetbaar dus.

Het fijne aan pesto is dat er zoveel variaties mogelijk zijn. Want elk soort kruid of groene groente is geschikt: boerenkool, basilicum, peterselie. En ook elk soort noot is geschikt: pijnboompitten, pecannoten, cashewnoten.

Variatietip voor loof: snijd het dunne, groene loof van een venkel klein en gebruik het als garnering voor salade of soep.

Half succesnummer: kroontjes van aardbeien

We vroegen ons laatst af waarom we het kroontje van een aardbei eraf halen. Want waarom laten we die niet gewoon zitten? Tja. Nooit bij stilgestaan. Het laat maar weer eens zien wat voor gewoontedieren we zijn. We namen de proef op de som en belegden een boterham met aardbeien mét kroontje. Dat smaakte prima. We aten ook een paar losse aardbeien met kroontje. Bouke vond het lekker. Ik vond het wennen. Het voelde toch wat raar. Daarom varieer ik nu: soms met en soms zonder kroontje. Zo blijf ik lekker experimenteren.

Eet jij wel eens de schillen en bladeren van groenten? Heb je nog lekkere recepten voor ons?